Online leertraject: Fonologie in de praktijk

7 jaar geleden begon ik als logopediste. Ik had net mijn diploma op zak toen mijn allereerste patiëntje Marie (ik verander haar naam even wegens beroepsgeheim) bij mij op therapie kwam. Marie zei “taas” in plaats van “kaas”.

Ik probeerde het eerst op klankniveau. “Kan je voor mij eens een k zeggen?” Marie zei: “Ja hoor! K-k-k!” Ik stond verstomd. Als ze een ‘k’ kon zeggen, waarom zei ze dan geen “kaas”? Marie had een fonologische articulatiestoornis. Uit de lessen op school had ik begrepen dat er zoiets bestond als ‘fonologie’ en dat er een aantal behandelmethodes waren zoals Metaphon en Hodson & Paden. Meer wist ik er eerlijk gezegd niet over. Ik leende een boek uit de bibliotheek van Thomas More en ging aan de slag.

Na 10 sessies was het probleem opgelost. Marie zei: “kaas, kat, kilo en konijn”. Na Marie volgden er nog vele andere kinderen met fonologische articulatiestoornissen. Ik dacht: “Bring it on! Dit is simpel.” Maar dat was het niet. Stilaan werd duidelijk hoe hardnekkig fonologische processen kunnen zijn en hoeveel verschillende factoren een rol spelen in de verstaanbaarheid van jonge kinderen.

Ik volgde talloze cursussen, las artikels, boeken en kreeg steeds meer kinderen over de vloer met verschillende ernstgraden van een fonologische stoornis. Fantastisch! Fonologie werd mijn passie.